Geschiedenis van de pakschuit Nooit Gedacht

Geschiedenis van pakschuit nooitgedacht

De motorpakschuit ‘Nooit Gedacht’ is een verre nazaat van de trekschuit. Aan het scheepje is goed te zien dat haar wortels in de zeventiende eeuw liggen. Het schip is gebouwd door een scheepsbouwmeester die de oude hout-bouwtechniek in geklonken staal heeft willen vertalen. De karakteristieke voorsteven en de doos-constructie op voor- en achterdek zijn hier mooie voorbeelden van. De dekopbouw bestaat uit een stalen roef en een ruimconstructie, waarvan de zijden zijn opgebouwd uit uitneembare, houten luikjes. Handig om vracht te laden, maar ook onmiskenbaar de indeling van het eerste- en tweedeklasse-verblijf op de ‘oude’ trekschuit. De opbouw is net laag genoeg om ongestoord veel van de vaste bruggen in de steden van Zuid-Holland te kunnen passeren.
Aan de andere kant was de ‘Nooit Gedacht’ in 1904 een modern schip. Het werd bij de bouw al uitgerust met de eerste commercieel levensvatbare verbrandingsmotor in de Nederlandse binnenvaart: een zuiggas petroleum-motor. Dat er nog voorzichtig naar de ‘nieuwe tijd’ gekeken werd, blijkt uit foto’s en bouwtekeningen van motorpakschuiten: het mastje om de aloude trekschuit voort te jagen pronkt ook op zijn eerste gemotoriseerde opvolgers.

Overschie

Het verhaal van de ‘Nooit Gedacht’ begint in 1904 bij Scheepswerf Van Dam aan de Zestienhovensekade te Overschie (in 929 als Ouderschye gesticht). De heer Adrianus Johannes van Dam (Overschie 11-5-1860), gehuwd met Cecilia van den Berg (Overschie 21-9-1856) had twee zoons en vijfdochters. Hij stichtte de werf in 1898. Gelijktijdig bouwde hij ook motoren en in 1901 stichtte hij met de heren Helbers en Van Roon de NV Overschiese Motorenfabriek ‘A.J. van Dam & Cie’, waarvan hij commissaris was. Hij was van 1901 tot 1918 gemeenteraadslid van Overschie en zat in het bestuur van de Nederlands Hervormde Kerk. Hij is in 1920 overleden. De werf kon vanwege de slechte bereikbaarheid slechts kleine scheepjes bouwen en het accent werd al snel op de motoren gelegd, waarvan er voor 1914 al 160 werden gebouwd. De fabriek is in 1941 opgeheven, waarna het gebouw door Zwarte Kip Advocaat en Ter Meulen is gebruikt. Het is in 1998 door brand verloren gegaan. Met hulp van de heren J. van den Berg (familie van mevrouw Van Dam) en M. van der Velde van het Museum Oud Overschie (Overschiese Dorpsstraat 134–140, 3043 VC Rotterdam, open zondags 14.00 tot 17.00 uur, ga er absoluut eens heen) is de opsporing van de familie opgepakt.

De ‘roots’ van de ‘Nooit Gedacht  liggen in Schiedam. De opdrachtgever voor de bouw was immers de Schiedamse schipper Willem Harmen Schram (1-10-1842), gehuwd met Cornelia van den Hoorn, vader van vijf dochters en zoon Willem Harmen Jr (13-2-1880). Vader en zoon onderhielden de beurtdienst van Schiedam op Rotterdam, Delft en Leiden en zelfs Naarden, Bussum, Hilversum en omliggende plaatsen. Het bedrijf is in 1912 overgedragen aan H.J. de Vringer en Zonen te Schiedam, echter zonder de ‘Nooit Gedacht’ die blijkens het Scheepsregister aan de heer Van der Well te Delft is verkocht.

Delft

De tweede en laatste in het Scheepsregister opgenomen eigenaar, vanaf circa 1910, was de heer Gerrit van der Well te Delft (1866–1945), die het scheepje de naam ‘Tourist’ gaf en het inbracht in de beurtdienst Gebr. Van der Well, die op Maassluis, Amsterdam en Zaandam voeren.
De jongste van de broers, Hendrik van der Well, was de vader van Johannes van der Well, die hem in het bedrijf opvolgde, en opa van Henk van der Well, historicus te Delft, die zich de beurtdienst, gevestigd aan de Buitenwatersloot 4, waar drie generaties Van der Well hebben gewoond, nog goed kan herinneren. Sinds de jaren dertig heette het bedrijf Balhuizen en Van der Well. Een akte uit 1951 noemt de schepen ‘Delft–Amsterdam I t/m VIII’ en de ‘Tourist’, maar er waren ook paarden en wagens en later vrachtwagens. Eind jaren vijftig ging men geheel over op wegvervoer, maar de ‘Tourist’ bleef op de oude plek liggen en werd wel voor personeelsuitjes en vakanties gebruikt. Het bedrijf is in de jaren zeventig opgeheven, vader Van der Well was al in 1952 gepensioneerd.

Uiteindelijk werd de pakschuit gedegradeerd tot woonboot. Onder de naam Mon Desir heeft het woonscheepje jarenlang in de Zuidergracht in Delft gelegen. In 2003 moest het echter worden opgeruimd. Op dat moment is een initiatief gestart om het schip voor de toekomst te behouden. Niet lang daarna werd de ‘Nooit Gedacht’ overgedragen aan de gelijknamige stichting. Deze heeft de restauratie voortvarend ter hand genomen met de staat van het schip in het bouwjaar als uitgangspunt. Dit alles inclusief een motorinstallatie, die zoveel mogelijk overeenkomt met de oorspronkelijk ingebouwde voortstuwingsinstallatie; een 20 pk Van Rennes.

De motorpakschuit kreeg van het Instituut Collectie Nederland een positieve culturele waardebepaling en is gerestaureerd overeenkomstig de strenge normen voor registratie in het Nationaal Register Varende Monumenten, A- klasse. De zorgvuldig gerestaureerde motorpakschuit ‘Nooit Gedacht’ vaart over de bewaard gebleven trekvaarten door het Zuid Hollands weidelandschap. We organiseren rondvaarttochten en speciale thematochten waarbij onze gasten de nostalgische sfeer, opgeroepen door de aanwezigheid van historisch juiste sfeerbepalende attributen, ervaren.

Reacties zijn gesloten.